Het moet gezegd worden: niet onregelmatig heb ik me geërgerd aan kunstfilosofen. We zagen Plato, die kunst verwenst uit zijn maatschappij. We lazen Hegel die de kunst reduceert tot een middel voor zelfbewustwording. Gadamer introduceerde ons tot het zien van de kunst als een op zich staand spel: een spel dat een gehele wereld verbeeldt. Nietzsche ziet kunst slechts als schijn, als een reflectie van de werkelijkheid.
Waarom voelen filosofen de drang om de kunst, die mijns inziens het meest open moet gelaten worden als mogelijk is, in een hokje te duwen?
Als een reddende engel kwam Lyotard op mijn pad. Hij vindt het problematisch dat er een esthetica ontstaat vanuit iets (zijnde kunst) waarover misschien niet gesproken moet worden. Of ten minste, iets wat gewoonweg ongeschikt is om geabstraheerd te worden. Kunst in regels gieten, kunst wetenschappelijk benaderen.. het betekent de dood van de kunst. Bedankt, Lyotard. Eindelijk iemand die het zegt.
Een begrip dat door mijn hoofd is blijven spoken, is het sublieme. Het komt voor mij het meeste in de buurt van wat een kunstwerk in zijn diepste vorm kan betekenen. Hiermee wil ik niet bedoelen dat werken die niet onder de term 'subliem' vallen, geen kunst zijn. Ik zal het anders stellen: kunstwerken die mij het meeste zijn bijgebleven, hebben een sublieme ervaring in mij opgewekt.
Wat is dat sublieme nu juist? Volgens Kant is het datgene wat onze kenvermogens overstijgt. Een ervaring die ons herinnert aan de nietigheid van het menselijke bestaan, die ons volledig wegblaast en van onze rede geen korrel overlaat. Natuurrampen, bijvoorbeeld, kunnen ons zodanig klein krijgen dat we volledig ontregeld worden, gewoonweg omdat we het begrip van de mechanismen hierachter mankeren. Dit lijkt me een duidelijk gevoel, maar de link met kunst is nog niet heel duidelijk.
In anima minima van Lyotard is het karakter van een sublieme ervaring, zijnde het opwekken van de anima, veel destructiever en dwingender. Het negatieve taalgebruik wijst ons hier voortdurend op: we zijn als toeschouwer een slaaf van de kunst, de anima bestaat enkel onder dwang. De sublieme ervaring zoals door Lyotard beschreven is nog altijd niet helemaal bevattelijk, maar het is een waardig eerbetoon aan kunst. Kunst hoort mensen uit hun balans te rukken, al dan niet op een plezierige wijze.
Het lege gevoel na de laatste bladzijde van een sterk boek, zelfs het missen van de personages in het echte leven. Treffende noten van een muziekstuk die recht naar de keel grijpen. De herkenning van een gevoel dat je niet wilt hebben in een beeldend werk. Kunst die je niet wilt zien, maar waar je toch naar blijft kijken. Dit zijn geen natuurrampen, meneer Kant. Dit zijn kunstwerken. Ervaringen die een nietig mensenleven permanent vormgeven. En dàt is sublimiteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.