maandag 29 april 2019

GIP de!KunstHumaniora - Shalom

Bij gebrek aan een post om op te reageren, zal ik hier mijn gedachten omtrent het idee van mijn groepsgenote Shalom neerpennen.

In verscheidene posts of reacties heb ik al gesproken over Hegel's onderscheid tussen de schoonheid van kunst en natuur, dus ga ik beknopt blijven. Zoals wij in onze lessen kunstfilosofie hebben gelezen, zegt Hegel in zijn beschrijving van de esthetica bijna meteen dat de schoonheid van de natuur ondergeschikt is aan die van de kunst. In onze eerste groepsgesprekken raakten we deze kwestie meermaals aan. Mijn groepsgenoten reageerden unaniem dat het de natuur onrecht aandoet wanneer deze onder de kunst wordt gesteld. Shalom zei dat ze de natuur een inspiratiebron vindt en vaak gefascineerd is door de schoonheid ervan. Dit was al een aanloop naar haar idee voor haar GIP.

Een verfijnd beeld heb ik niet, aangezien het idee bij ons laatste gesprek nog niet al te duidelijk uitgewerkt was en aangezien er geen post is geplaatst, dus tast ik noodgedwongen een beetje in het duister. Hopelijk valt er nog iets van feedback uit te halen.

Shalom was van plan om te experimenteren met het idee natuur versus (of hand in hand met?) kunst. Hoe dit concreet tot uiting zal komen is voor mij nog onzeker. Het is alleszins al een vertrekpunt waar wel veel mogelijkheden in zitten.

GIP de!KunstHumaniora - Sabina

Sabina,

Tijdens ons eerste groepsgesprek botsten we op het onderscheid dat Hegel maakt tussen de schoonheid van de kunst en de schoonheid van de natuur. Dit is niet alleen een onderscheid, maar ook meteen een hiërarchie: Hegel plaatst het esthetische karakter van de natuur lager dan dat van de kunst. Onze mening over deze stelling is in jouw werk denk ik van weinig belang: mag ik afleiden, doordat je van de natuur een kunstwerk maakt, dat je de schoonheid van de kunst en de schoonheid van de natuur op dezelfde hoogte brengt, of er zelfs aan gelijk stelt?

Toen we het onderscheid tussen natuur en kunst verder uitdiepten, kwamen we op een ander interessant, moeilijk verklaarbaar gegeven: het lijkt voor Hegel bijna makkelijker om de kunst te aanbidden dan de natuur, maar waarom is dit zo? Is de kunst minder moeilijk te vatten omdat ze door de mens is geschapen? Deze vragen brengen ons bij een grotere kwestie: waarom moeten de grenzen van onze rede de dingen die we waarnemen, kunnen bevatten?

Nu, dit is met betrekking tot jouw werk wel wat naast de kwestie, of misschien wat te diep gegraven. Over naar de kern van de zaak, dus. Ik vind het heel interessant dat je wilt experimenteren met de natuur als kunstwerk, en niet op de traditionele manier die we ons allemaal direct voor de geest kunnen halen, zoals bijvoorbeeld een schilderij van een landschap. Je wilt elementen uit de natuur halen en die elementen ook in hun oorspronkelijke vorm gebruiken, als mode. Je wilt de natuur, geschapen door een kracht waarvan het karakter tot nog toe bediscussieerd wordt, doen functioneren als een kostuum, als kleding. Het is haast ondenkbaar om in te beelden dat kleding vandaag de dag niet door de mens gemaakt zou worden. Er rijzen een aantal vragen bij mij, waar jij misschien nog iets mee kan: degradeer je de natuur, als je deze 'reduceert' tot iets wat de mens gebruikt in het dagelijks leven? Is dit nog vrije kunst of eerder dienende kunst? Vind jij het menselijk lichaam kunst, of deel je die ook liever in bij natuur?

Ik ben alvast ongelooflijk benieuwd naar hoe dit zich in de praktijk zal omzetten, het is hoe dan ook een erg origineel idee!

dinsdag 23 april 2019

A dead poet doesn't write - Houellebecq

"In een permanente, algehele oorlogssfeer bevindt de dichter zich in de frontlinie van alle levenden. Door zijn dagelijkse aanraking met het ondraaglijke zal hij worden blootgesteld aan de verleiding van de desertie, de euthanasie. Hij moet zich verzetten, de waardigheid verachten, bestaan tot hij erbij neervalt. Wie werkelijk wil overleven, moet eerst zien te overleven in beperkte zin. Houd moed." - Michel Houellebecq op de achterflap van LEVEN, LIJDEN, SCHRIJVEN | METHODE.

Deze post is niet bedoeld om het romantische kunstenaarsideaal geweld aan te doen, en al zeker niet om het te ontkrachten. Ik schrijf deze post om het statuut van de romantische kunstenaar te eren, want ik geef Michel Houellebecq, en alle filosofen, kunstenaars, schrijvers, muzikanten die zichzelf vinden in zijn methode voor het dichterschap (te veralgemenen tot de gehele kunstwereld), met gebogen hoofd gelijk.  

Veel woorden wens ik hier niet aan vuil te maken. Ik laat liever iemand die oog in oog heeft gestaan met lijden, spreken. Iemand die perfect past in de opvatting van Houellebecq over het dichterschap... Jean-Marie Berckmans, beter bekend als JMH Berckmans. Zijn levensloop hier uiteenzetten, zou misplaatst zijn; wanneer u de tekst leest, zal u begrijpen dat zulke koude woorden niet uit iedereens pen vloeien. Een ware ervaringsdeskundige, dus. 

In Antwerpen, in de buurt van de Melkmarkt, kwam ik afgelopen weekend dit ingekaderde meesterwerk tegen. Het lag in een etalage naast allemaal werken van hem. Er waren geen letters op de ramen te vinden, noch boven het glas, en ten slotte het was al later dan de conforme sluitingstijd, dus kon ik op geen enkele manier uitmaken of dit een winkel was of niet. Het leek er alleszins niet op. 

Ik stel het volgende voor: lees deze tekst, probeer u de hartstocht, het cynisme, de dronkenschap en vooral, de ongesuikerde hardheid van deze man in te beelden. Krijgt u al flashbacks naar de eerste zinnen uit Houellebecq's Methode, waar er wordt beschreven dat een krijsende baby zonder enige zorg op de grond wordt gelaten, gevolgd door de affirmatie dat zijn schrijverscarrière goed begonnen is? Beeld u deze baby in en maak hem in gedachten 20 à 30 jaar ouder, zittend aan zijn krakkemikkig bureautje, dit openhartig relaas schrijvend. Erken Houellebecq.








maandag 22 april 2019

GIP de!KunstHumaniora - Sieglinde

Sieglinde,
Ik vind jouw idee echt enorm interessant. Ik zou graag, bij wijze van het verduidelijken van de verbinding tussen Hegel en jouw idee  (dit is mijn taak als moduleleerling, niet?), even neerschrijven hoe we op deze stelling zijn gekomen. Of toch, hoe ik mij herinner dat dit gebeurde, verbeter mij als ik fouten maak.

Vanzelfsprekend begon ons gesprek vanuit de hoofdvraag van Hegel, die we ondertussen allemaal tot in den treure hebben gelezen, zijnde "Wat kan kunst nog betekenen in de 21ste eeuw?". Vanuit deze vraag probeerden we de drijfveren achter Hegels redenering over het einde van de kunst, zijnde het absolute zelfbewustzijn van de geest, bloot te leggen. Als we deze lijn doortrekken naar de geschiedenis, de term die jij in jouw stelling aanraakt, weten we dat Hegel het einde van de geschiedenis bij Napoleon, de 'wereldziel' zoals hij door Hegel benoemd werd, zag; alle geschiedkundige feiten, alle oorlogen en revoluties die nog zouden komen, zouden nutteloos zijn: alles is namelijk al geweten, de geschiedenis begrijpt zichzelf al. Maar als we met onze eenentwintigste eeuwse ogen terugkijken op de afgelopen 120 jaar, zien we een moordende twintigste eeuw, een eeuw bezaaid met bloed, schuld en vijandigheid. Ik vraag me af wat Hegel hierover zou zeggen, als hij de kans had gekregen om te leven in de twintigste eeuw. Waren bijvoorbeeld de twee Wereldoorlogen, die ettelijke bladzijden in de geschiedenis zwart kleuren, inderdaad nutteloos? Wat denk jij? 

Welnu, de geschiedenis herhaalt zich inderdaad. Mensen blijven elkaar haten omwille van uiterlijke verschillen, discriminatie en onderdrukking bestaat nog altijd. Het lijken intussen wel universele begrippen die gedoemd zijn om in de mensheid wortel te schieten. Is er een mogelijkheid om deze vastgeroeste, bijna zelfs alledaags geworden kwaadheid te verdrijven? Zouden we ondertussen al geleerd moeten hebben dat we telkens dezelfde domme fout maken? Is de geschiedenis ten einde, of begint zij elke geboorte, elke dag, elke minuut opnieuw? 
Hegel zegt dat het eindpunt reeds bereikt is, wat zeg jij, Sieglinde?

Nu, terug naar jouw concept. Persoonlijk vind ik het geweldig dat je experimenteert met de cirkel: een meetkundige figuur waaraan wij vast en zeker gewend zijn, of deze nu perfect of imperfect is. De cirkel is universeel familiair. Door in jouw fotoreeksen het contrast tussen perfectie en gebrek (of zelfs de samensmelting van deze twee?) uit te lichten, maak je heel erg duidelijk dat de mens elke generatie opnieuw dezelfde fouten maakt. Dit is een krachtige boodschap, het laat veel ruimte om te interpreteren en om verder te filosoferen over een eeuwenoude, diepmenselijke kwestie, of beter nog, sta me toe te zeggen, een probleem.

Kortom, door de repetitieve fouten van de mens tot op het bot uit te spitten en te ontbloten, bewijs je Hegel zijn ongelijk: de geschiedenis, of nog, de mens, is een cirkel en geen lijnstuk; beweren dat de Geest op een bepaald moment alles heeft geleerd, is utopisch. Ten minste, vandaag nog.

Ik ben enorme fan en ik kijk ten zeerste uit naar het eindresultaat.

(Ik wens deze reactie tevens te gebruiken als vervanging voor een post over Gadamer.) 

zaterdag 6 april 2019

Ontmoeting twee

Ik keek erg uit naar de tweede ontmoeting met de leerlingen van de!Kunsthumaniora. Onze eerste filosofeersessie verliep nogal ongestructureerd en ging veel verscheidene kanten uit, dus ik wist op geen enkele manier wat te verwachten. Ik had met 2 van mijn groepsgenoten kort contact gehad via sociale media, maar daar is niet meer uitgekomen dan het vermelden dat, als we nog ideeën zouden hebben, we ze op deze manier konden uitwisselen. Kortom, ik had geen flauw idee welke kant de leerlingen zouden uitgaan.

Nadat we in 3 groepen verdeeld waren, kreeg elke leerling ruim de tijd om zijn/haar idee op tafel te leggen en daar feedback op te krijgen van medeleerlingen, van de moduleleerlingen en van één van hun leerkrachten. Ik zou over elk idee kunnen uitwijden, want ze waren een voor een erg interessant en bevatten allemaal veel potentieel, maar ik zal me binnen de grenzen van mijn groep blijven bewegen en in deze post dieper ingaan op hun ideeën.

Sieglinde was als eerste van mijn groep aan het woord. Zij wilt zich baseren op de zin die in ons eerste gesprek is gevallen: "De geschiedenis herhaalt zich.". Dit gaat natuurlijk volledig tegen Hegel in, want volgens hem is de geschiedenis lineair en bereikt zij haar climax wanneer de geest zichzelf begrijpt. Nu, haar idee is om twee fotoreeksen te maken: één reeks toont perfecte cirkels aan, en de tweede, contrasterend met de eerste, toont cirkels, onderbroken in hun perfectie. Ze wilt wijzen op de fouten van de mens, die elke dag, elke minuut opnieuw worden gemaakt.

Een kwestie die we in ons vorige gesprek ook meermaals hadden aangeraakt, was Hegels visie op de natuur. Zoals ik in 2 van de drie reacties al heb gedaan, en ook in mijn post over de eerste ontmoeting, ben ik al uitgebreid ingegaan op het onderscheid tussen natuur en kunst, of ten minste, de esthetische kant ervan, dus ik verwijs graag naar deze drie andere plaatsen. Zowel Shalom als Sabina wilden deze kwestie als basis van hun werk nemen.