zondag 13 januari 2019

Permanent plagiaat - Plato

Afbeeldingsresultaat voor tuymans en van giel   Finnian & Columba

Fotografe Katrijn Van Giel, die Jean-Marie Dedecker na de verkiezingen in 2010 fotografeerde, won het proces tegen kunstenaar Luc Tuymans. Hij heeft deze foto op het eerste zicht met weinig persoonlijke toevoeging overgeschilderd.

Katrijn Van Giel legt een klacht neer, luidend dat Tuymans' versie een geplagieerde versie is van haar foto. Adrian Searle, kunstcriticus voor The Guardian, probeert deze stelling nochtans met hand en tand te weerleggen. Hij verdedigt Tuymans, die zegt dat dit schilderij een parodie hoorde te zijn van de gefotografeerde Dedecker. Dit is uiteraard een makkelijk argument en voor mij persoonlijk ongeldig.

Volgens de wet is een parodie een uitzondering op het Belgische auteursrecht, maar ik zie persoonlijk weinig (tot geen) parodiërende toevoegingen. Ik twijfel of we het door de toevoeging van het label 'karikatuur' geen plagiaat zouden moeten noemen.

Tuymans heeft het werk van Van Giel overgenomen zonder haar hiervoor te vergoeden en heeft haar werk dus geplagieerd. Ik ben er het daar ruimschoots mee eens. Iemand anders' werk of idee overnemen zonder de originele (Plato draait zich om in zijn graf, alle kunst is slechts een kopie) kunstenaar te vermelden/vergoeden, dat is per definitie plagiaat.

Wat zou Plato hierop te zeggen hebben? Het schilderij van Tuymans zou volgens Plato immers een kopie van een kopie (de foto) van een kopie (Dedecker zelf) zijn. Dat is dus driemaal een kopie van het oorspronkelijke idee. Door telkens opnieuw subjectieve indrukken neer te zetten van een idee, zoals Van Giel en Tuymans gedaan hebben, distantieert de kunstenaar zich van het ideale.

De werkelijkheid is volgens Plato een kopie van het idee, geschapen door een god. Is plagiaat niet net hetzelfde? Plato vindt de werkelijkheid één groot plagiaatfeest: alle bestaande zaken zijn echter niet meer dan een afspiegeling, een kopie, een geplagieerd idee.

Nu, Plato wilde een samenleving zonder kunst. Volgens mij kon hij zich zeker opwinden over het fenomeen plagiaat, weliswaar buiten deze context: ik denk dat Plato weinig interesse zou tonen voor discussies omtrent of een kunstwerk nu al dan niet plagiaat is. Voor hem is het antwoord toch altijd ja. Elk verschijnsel in de wereld is volgens hem slechts een afspiegeling van een bestaand idee. De werkelijkheid bestaat permanent uit plagiaat.